Deze is voor de dikzakken ;)
De vetzakken. De varkens. De nijlpaarden. De walvissen. De chubbywubby’s. De zeecontainers. De tonnetjes. De slagschepen. De papzakken. De tonnetjes. De slagroomsoesjes. De tanks. De olifanten. De vrachtwagens. De bierbuiken, de dikke dijen en de vetkwab.
Voor diegenen die zich aangesproken (of zelfs beledigd) voelen: hou ermee op.
Hou ermee op jezelf te zien als dik, vet, vadsig of vies. Hou ermee op te luisteren naar anderen die dat zeggen.
Niemand op deze aardkloot is vet, dik, een papzak of een olifant. Behalve… naja, een olifant dan natuurlijk.
Je bent niet dik, je bent niet vet, je bent niet walgelijk: je bent wellicht te zwaar. That’s it.
Niet meer, niet minder.
Misschien hóór je je hele leven al dat je een dikzak bent, of een papzak. Of een bolle papzak die dik is.
Misschien zié je jezelf je hele leven (of langere tijd) als een wandelende walrus die klaar is voor de winter.
Het feit dat je dat misschien heel vaak (hebt) gehoord of tegen jezelf hebt gezegd, maakt het echter nog niet de waarheid.
Je bent al die dingen hierboven niet. Weet je wat je wel bent?
Een mens.
En sommige mensen eten wel eens te veel. En dan komen ze aan. En sommige mensen eten wat meer en komen wat meer aan. Maar weet je wat het mooie is? Je kan dezelfde weg altijd weer terug bewandelen!
Maar dat kan alleen als je zelf ophoudt met geloven dat je vet bént. Je bent een mens die om welke reden dan ook te zwaar is geworden. Meestal om redenen die de buitenwereld niet kan zien of niet van je weet. Niet meer, niet minder.
Je bent niet dik, je bent hooguit te zwaar. En je bent alleen te zwaar als je dat zélf vindt, niet als anderen dat vinden.
En als je te zwaar bent: daar kunnen we iets aan doen. Met kleine stappen. Net zolang tot je in de spiegel kijkt en denkt: verdomme, ik ben mezelf weer. En dat gaat niet makkelijk zijn, maar alles wat de moeite waard is, hóórt moeilijk te zijn.
Maar. Je. Bent. Niet. Dik. Onthou dat.